Vloeistofgekoelde motor: hoe werkt vloeistofkoeling?

Koelmiddel
Gepubliceerd op

Een vloeistofgekoelde motor is een verbrandingsmotor die een koelvloeistof gebruikt om warmte van de gekoelde oppervlakken te verwijderen en deze warmte in de lucht af te voeren.

Vloeistofkoeling van de motor is indirect omdat de vloeistof slechts een tussenpersoon is voor het overbrengen van de temperatuur van de motor naar de lucht. Gedestilleerd water of antivries wordt gebruikt als koelvloeistof.

Inhoud

Hoe werkt een vloeistofgekoelde motor?

Een vloeistofgekoelde motor is zo geconstrueerd dat de kop en het cilinderblok een dubbele wand hebben die de mantel vormt. Dit omhulsel is gevuld met koelvloeistof, die na verhitting in de koeler stroomt, waar het vervolgens door stromende lucht wordt gekoeld. De afgekoelde vloeistof wordt vervolgens teruggevoerd naar de motor en dit proces wordt herhaaldelijk herhaald.

Het koelcircuit is gesloten als de motor koud is en de koelvloeistof zit alleen in het motorblok en de cilinderkop. De thermostaat gaat pas open nadat de motor is opgewarmd tot ongeveer 80 graden Celsius, waardoor koelvloeistof in de radiator kan stromen om de temperatuur aan de lucht over te dragen.

Componenten van het koelsysteem van een vloeistofgekoelde motor

1. Koelmiddelpomp (waterpomp)

De koelvloeistofpomp wordt vaak de waterpomp genoemd. In de pomp draait een rotor met schoepen, die de vloeistof in de gewenste richting stuwt. De pomp wordt elektronisch of met een V-snaar aangedreven en de koelvloeistof wordt aangevoerd vanuit de radiator of de thermostaatkamer.

2. Koeler

De rol van de radiator is om de warmte die de koelvloeistof van de motor ontvangt in de lucht af te voeren. De koeler bestaat uit een boven- en onderkamer voor de koelvloeistof, waartussen een warmtewisselaar is geplaatst, en koelvloeistofleidingen.

3. Thermostaat

Een thermostaat is een apparaat dat de koelvloeistofstroom in het koelcircuit van de motor regelt. De thermostaat heeft tot taak het koelcircuit te regelen en zo snel mogelijk de optimale bedrijfstemperatuur van de motor te bereiken en te behouden, wat grote invloed heeft op het brandstofverbruik, de motorslijtage en de uitlaatgassamenstelling.

4. Ventilator

De rol van de ventilator is om de radiateur en motor van voldoende koellucht te voorzien.

5. Koelvloeistoftemperatuursensor

De koelvloeistoftemperatuursensor registreert koelvloeistoftemperatuurgegevens en stuurt deze vervolgens naar de motorregeleenheid. De gegevens van de sensor zijn een van de belangrijke stukjes informatie, met behulp waarvan de motorregeleenheid erachter komt in welke toestand de motor verkeert en de werkmodus van de motor dienovereenkomstig aanpast.

6. Verwarmingsradiator

De verwarmingsradiator zorgt ervoor dat de lucht in de bestuurderscabine stroomt.

7. Egaliseerbak

Het dient om de druk van het koelmiddel gelijk te maken wanneer de motor koud en warm is.